Yoga is een proces van praktische psychologie.
We gaan ons langzaamaan realiseren hoe we worden meegesleurd door een veelheid aan verlangens of hoe we leven van de ene gedachte naar de andere gedachte.
We lijken er niets aan te kunnen doen, het gebeurt gewoon.
Maar is dat zo?
In de oude yoga werd dit vergeleken met het mennen van een paardenkar.
De paarden zijn onze naturen: ons lichaam, onze verlangens en onze gedachten.
En de yogi zit op de bok en ment de paarden. Als hij een goede wagenmenner wordt, luisteren de paarden naar zijn aanwijzingen.
Hoe doet hij dit?
Wat is zijn instrument om dit te bewerkstelligen?
Aandacht.
Energie volgt aandacht.
Bewustzijn is besloten in aandacht.
Uit aandacht ontstaat vermogen.
Aandacht is het enige gereedschap wat we tot onze beschikking hebben.
Het trainen van aandacht wordt in alle stromingen gedaan, ook bij ons.
Dit begint vaak met een concentratieoefening.
Maar er is ook een andere manier, de ogenschijnlijk zo eenvoudige oefening: het waarnemen van de ademhaling zonder in te grijpen.
Het lijkt een makkelijk iets. Je zit of ligt rustig en ontspannen op je yogamat, al dan niet met de handen op je buik en je voelt hoe je lichaam ademt. Je neemt de ademhaling waar.
Dan wordt er gezegd: grijp niet in, probeer niet naar je buik te ademen, je adem dieper
of langzamer te maken, laat de adem gewoon maar komen en gaan, komen en gaan…..
In het begin, en dat kan best een heel lang begin zijn, is het lastig om met de aandacht bij de adem te blijven. Nog lastiger is het om niets te doen, het te laten gebeuren.
Je bent niet nodig om je lichaam te laten ademen, het ademt uit zichzelf.
Maar we zijn in het leven zo gewend om overal op in te gaan, iets te veranderen, naar ons inzicht beter te maken, we kunnen helemaal niet zomaar iets laten gebeuren.
En dat is interessant.
Als je met volledige aandacht je adem waarneemt zonder in te grijpen, dan ervaar je je neiging om voortdurend in te grijpen.
In de lessen leren we alleen maar waar te nemen, als een waarnemer naar onze gedachten of ademhaling te kijken, als een toeschouwer.
Zo komen we veel te weten over onszelf.
Toch lukt het veel mensen na wat oefening om met de aandacht bij de adem te blijven.
Wanneer je niet ingrijpt ga je helderder waarnemen. Je merkt bijvoorbeeld dat je afgeleid wordt door gedachten of gevoelens, geluiden of sensaties, je wordt je er meer van bewust wat er in je gebeurt.
Je leert niet te gaan praten in jezelf, geen antwoord te geven, er niet over na te denken.
Je ziet hoe je overal op reageert, steeds beoordeelt of veroordeelt.
In het zuivere waarnemen stopt dat.
Wanneer je niet ingrijpt bemerk je misschien hoeveel spanning er in je lichaam voelbaar is.
En ontdek je langzamerhand dat niet ingrijpen de spanning uiteindelijk oplost.
Het terugkeren naar een natuurlijke ademhaling is vaak een proces van toestaan en loslaten. Met de aandacht voortdurend bij de adem en het bekken ontstaat er ruimte in het bekken, een weg voor de energie om doorheen te stromen. Deze stroom voert langs allerlei spanningen, blokkades, pijntjes die beetje bij beetje “doorstroomd” worden, zoals een stromende rivier brokstukken met zich meevoert en afvoert richting de zee.
De natuurlijke ademhaling opent ook onze afvoerkanalen, die door de armen en de benen voeren, waardoor we afvalstoffen afvoeren naar de aarde. We vervuilen de aarde niet, want de aarde zet deze afvalstoffen om in voedingsstoffen. Afvalstoffen worden natuurlijk ook afgevoerd door transpiratie, naar de wc gaan, tranen e.d. Ook deze afvalverwijdering kan in beweging worden gezet door het terugkeren naar de natuurlijke ademhaling.
Naarmate je volhoudt wordt je aandacht roerloos. Er is alleen gewaarzijn.
Als je met volledige aandacht waarneemt is er geen plaats voor overwegingen, gedachten of gevoelens. In oplettendheid is geen plek voor dagdromen, ergernissen of gekwetstheden.
Het zuivere waarnemen brengt je in de stilte. Het is geen stilte waarin alleen maar geen gedachten zijn, het is iets anders. Het is een ruimte, een horizon, waarin dingen gezien worden, waarin dingen zich openbaren. Er ontstaat ruimte voor het onbeschrijflijke.
Deze oefening van het waarnemen van de adem kunnen we in het dagelijks drukke leven uitbreiden op een eenvoudige manier.
Ons denkvermogen is vaak te vol en daardoor te onrustig. Het is alsmaar bezig aan het volgende dat al staat te dringen en daardoor kan het wat er nu is, niet opmerken.
Wanneer je zoveel belangstelling hebt voor de werking van je bewustzijn dat je daar aandacht aan geeft, blijft slechts over waar je op dat moment mee bezig bent.
Zo kun je proberen om datgene wat je doet met volledige aandacht te doen zodat er niets anders is dan die handeling. Het klinkt vreemd, maar met volle aandacht je boterhammen smeren, je afwas doen of stofzuigen…..
Mensen halen hun neus ervoor op, maar probeer het maar eens. Er sneuvelt geen servies meer, het brood smaakt veel lekkerder, het huis is in kortere tijd schoon.
Het voortdurend opmerken van wat je aan het doen bent maakt dat je vanzelf aandachtiger gaat waarnemen. Hierdoor gaat er zonder enige verandering aan de buitenkant een nieuwe wonderlijke wereld voor je open.
Je neemt rustig de tijd voor de dingen die je doet, je gaat ongehaast van het één naar het ander, steeds met aandacht voor wat je doet. Je gaat op in dat wat je doet en je ervaart hoe het uitwerkt.
In het oplettend doen van eenvoudige dingen die je iedere dag herhaalt is een grote vervulling verborgen. Je wordt veel meer bewust van allerlei processen in jezelf.
Zodra je bij jezelf bent hou je op ergens naar toe te gaan. Alleen het hoogst nodige telt.
Er ontstaat ruimte. Ruimte om waar te nemen, te ontspannen, los te laten en te begrijpen.
Er ontstaat stilte in jezelf.
In die stilte ziet het bewustzijn.
Lopamudra
Meer lezen over onze nieuwe opleiding ‘adem en ontspanning’ klik hier.